Persen

Na het zorgvuldig schoonmaken van de houten fruitpers is het tijd om de most uit te persen.

De gekneusde druiven hebben intussen tien dagen staan gisten, het ruikt ook al goed naar gist. Sebastiaan roert de pulp iedere dag door waardoor schimmels geen kans krijgen.

De kleine houten fruitpers is zo in elkaar gezet, netje erin en dan kunnen we de pulp erin doen.

Er zit al veel sap bij, dus we moeten rustig scheppen. Als al het sap is doorgelopen kunnen we de druiven gaan uitpersen.

Met veel geduld en beleid komt het laatste sap uit de druiven.

Het lijkt al op echte wijn. Qua smaak echter helemaal niet! Het is heel ZUUR.

Er blijkt vrijwel geen suiker meer in te zitten.

We lossen 1,5 kilo suiker op in ongeveer 1 liter water en voegen dat toe aan het sap.

Dat staat nu keihard te vergisten. En dat is heel goed, de suikers worden door de gistcellen omgezet in alcohol. We gaan voor 15 procent alcohol. Later doen we er nog zo'n 750 gram suiker bij.










De wittedruivenwijn is ook erg zuur. Sebastiaan voegt daar vooralsnog alleen druivensap aan toe, maar misschien moet daar later nog neerslagkalk of iets bij zodat het minder zuur wordt.